NBB District Delft  


Gespeelde kaart van de leider of niet

Clubgebeuren.

Probleemstelling:

Zuid is leider in een 2SA-kontrakt. In de 4-de slag is de leider aan slag. Hij denkt , rommelt met zijn kaarten en pakt dan een kaart uit z?n hand en houdt het peinzend voor zich vlakbij de andere kaarten uit zijn hand. Oost kan zien dat het T is. Oost zegt nu dat de leider een kaart gespeeld heeft. Wat moet de geroepen wedstrijdleider beslissen ?

Antwoord:

Hiertoe moeten wij in art. 45 C2 zijn en die luidt :

?45C2. De leider moet een kaart uit zijn hand spelen als ze

(a) met de beeldzijde naar boven zo wordt gehouden, dat ze de tafel raakt of nagenoeg raakt, of
(b) als ze zo wordt gehouden dat aangegeven wordt dat de kaart gespeeld is.
?

Uiteraard moet de leider zo niet doen. De leider moet eerst denken, dan een kaart vastpakken en vervolgens voor zich op tafel leggen. Maar ja , zulke zaken als hier beschreven gebeuren ook en dan moet de wedstrijdleider kijken hoe het beste op te lossen.
Artikel 45C2 moet toegepast worden en 45C2(a) is het niet.

De wedstrijdleider moet Zuid even van tafel meenemen en proberen er achter te komen waarom hij een kaart uit z?n hand nam die Oost gezien heeft.
Als de wedstrijdleider tot de conclusie komt dat de leider nog aan het denken was en tegelijkertijd zo?n kaart (
T) uit z?n hand aan Oost heeft laten zien dan is die kaart GEEN gespeelde kaart.

Ik zou het alleen als gespeelde kaart hanteren als de leider Zuid mij zegt dat hij eerst van plan was T te spelen en daarom uit z?n hand gehaald had en zich daarna toch maar bedacht.