NBB District Delft
Probleemstelling:
Dummy is aan de beurt om in de 6-de slag voor te spelen en
de leider zegt duidelijk ♦7 (er liggen nog 2
ruitenkaarten in de dummy en het contract is 5♦
). Dummy is "traag" en de leider zegt : ?doe toch maar schoppen?. Arbiter erbij
en de dummy zegt dat deze wijziging wel kan want het gaat in een "vloeiende"
opsomming. Arbiter zegt dat dit wel goed is en de schoppen wordt gespeeld.
Ik dacht zelf dat ♦7 een gespeelde kaart was en
dat het niet vervangen mocht worden door een Schoppenkaart. Volgens Art 45 C lid
4(a) (verplicht spelen van een kaart) is de kaart gespeeld. Contract wordt
gemaakt +1. Zaal top. De anderen paren maken allemaal 5 ruiten ( 3♦
+ 2, 4♦ +1, en 5♦
C). Kan hier nog een arbitrale score worden gegeven?
Antwoord:
Waar het om gaat is of de leider bij het zeggen van ?♦7 doe toch maar schoppen? van gedachte veranderd is. En dat is wat de wedstrijdleider moet uitzoeken. Bij twijfel moet de wedstrijdleider de eerste aanduiding (dus ♦7) als gespeelde kaart beschouwen. Dat van in ?n vloeiende beweging is NIET het criterium. Zoals jij het beschrijft en aangenomen dat ?traag? toch wel 3 seconden minstens duurt is ♦7 een gespeelde kaart en mag deze normaal gesproken niet gewijzigd worden. Dus vervanging door een Sch-kaart mocht niet !! Als uitzondering hebben wij echter nog artikel 45C4(b) waar ik nu niet verder op inga.
Er kan na afloop alsnog een arbitrale score toegekend
worden (artikel 82C). Nagegaan moet worden wat het resultaat zou worden
als ♦7 in de 6-de slag gespeeld zou zijn. Stel
dat het resultaat dan 5♦ -1
zou worden. Als dit vast te stellen is dan wordt dat het resultaat ( dus
5♦ -1) en anders moet men beide paren aan tafel
een G+ geven.
NB. : G+ betekent het maximum van 60% of het resultaat die het betreffende paar
over de rest van de spellen in de betreffende zitting gemiddeld gescoord heeft.