NBB District Delft  


De juiste houding aan tafel

Ter Overweging - De juiste houding na een onregelmatigheid

Wedstrijdbridge is in zoverre anders dan andere sporten, dat eventuele overtredingen door de deelnemers zelf geconstateerd moeten worden. De verantwoordelijkheid voor een eerlijk competitieverloop ligt daardoor bij de deelnemers. Nu hebben onregelmatigheden bij bridge vaak betrekking op de overdracht van de een of andere vorm van ongeoorloofde informatie (afgekort: OI). Op zich is er dan nog niets aan de hand; slechts gebruikmaken van OI is verboden. Dat levert altijd een overtreding op (dit betekent nog niet altijd een scorecorrectie ! )
De arbiter / wedstrijdleider (afgekort: WL) beoordeelt dit en zonodig zal hij correcties toepassen. Dat is dus feitelijk geen straf maar een correctie in het belang van de wedstrijd! De WL komt pas wanneer u hem roept. De consequentie voor de competitiedeelnemers is dat zij bij overtredingen zelf actief om de WL moeten vragen. Bedenk hierbij dat uw spelresultaat ook invloed heeft op de plaats in de eindstand van alle andere deelnemers.

Laten we voorop stellen dat de Spelregels en de arbiter er altijd van uit gaan dat onregelmatigheden onopzettelijk tot stand komen. Men doet niet opzettelijk een onvoldoende bod, men laat niet expres een kaart uit zijn handen vallen. Het argument ?maar het ging per ongeluk? scoort bij de WL niet, want dat nam hij al aan. Onregelmatigheden gaan dus niet met opzet, maar zodra er een onregelmatigheid plaatsvindt kan er w? OI over tafel gaan. De nadelige invloed van de OI op het spelresultaat moet dan worden tenietgedaan, en als u dat voor uzelf niet kan schelen, dan toch in het belang van de competitie.

Als u ziet dat er een onregelmatigheid plaatsvindt kunt u dat in stilte doen (het voor uzelf houden), en dan ho?t u de WL dus niet te roepen. Maar zodra u de onregelmatigheid kenbaar maakt doordat u er een opmerking over maakt dan MOET daarna iemand de WL roepen. Dat moet onmiddellijk gebeuren, en beide partijen mogen geen enkele actie meer ondernemen. De overtredende partij stelt zich bloot aan verdere straf, de niet-overtredende partij verliest mogelijk het recht op herstel (art.11A) indien men na het constateren van de onregelmatigheid nog actie onderneemt.

DUS:

Nu is niet iedereen in deze geest opgevoed. Bij sommigen rust er een taboe op het roepen van de WL ("want we spelen voor de gezelligheid") en bij anderen geldt het om arbitrage roepen zelfs als een halve beschuldiging van vals spel. Onzin natuurlijk, maar die waarde krijgt het trouwens vanzelf als u pas bij de vierde overtreding opeens om arbitrage verzoekt (?Nu wordt het me te gortig?). De toon waarop u dan om arbitrage gaat verzoeken is dan vermoedelijk ook niet meer zo vriendelijk, en uw tegenstanders vinden de sfeer aan tafel dan inderdaad niet gezellig meer. U komt er dan bovendien slecht af, want de WL zal uitsluitend de laatste onregelmatigheid willen oplossen. Maar als u gewoon elke keer de arbiter roept, zullen uw tegenstanders gaandeweg weten dat u gewoon uit bent op een correcte afhandeling van de onregelmatigheid en daar kan niets mis mee zijn, omdat dat in overeenstemming met de Spelregels is.

Roep daarom bij geconstateerde onregelmatigheden (dus voor elk wissewasje) gewoon de WL. Beter te vaak dan te weinig. Daar is hij voor, en daar is niets onsportiefs aan. Het roepen van de WL op zich mag nooit als onaangenaam gedrag worden bestempeld. Ook als u daarna van de WL een aantal keuzes krijgt, is er niets mis mee om de voor u meest voordelige keuze te maken. De Spelregels bevelen dit zelfs aan!

Bedenk echter dat bij het arbiter roepen het vooral de toon is die de muziek maakt. Blijf hoffelijk. Zodra u voork?t dat er bij het om arbitrage roepen een beschuldigende toon doorklinkt, zullen uw tegenstanders het roepen van de WL steeds gemakkelijker accepteren en blijft de goede sfeer gehandhaafd.