NBB District Delft
Parenwedstrijden op een club
Kw: Allen |
♠ A
♥
V 4
♦ -
♣ - |
|
♠ 3 2
♥
♦
8
♣ - |
|
♥ -
♦
4
♣ - |
|
♠ 4
♥
♦
9 3
♣ - |
|
Probleemstelling:
Graag leg ik je een casus voor die zich laatst
(toevallig) twee maal achtereen tijdens een bridgeavond bij Multi Bridge
voordeed.
De casus:
Noord is leider in 4♥.
Oost heeft de 10-de slag gewonnen en speelt in de elfde slag
♠9 voor. De
leider (Noord) troeft die slag met
♥4 en legt als 12e kaart
♠A op tafel. De leider maakt ook de laaste
slag met ♥V . De geroepen arbiter volgt de spelregels en laat twee
slagen overdragen aan de tegenpartij (OW).
Eigenlijk vinden zowel de spelers als de
arbiter dat deze regeling onrecht doet aan de situatie, waarin de leider immers
bij een “normaal” verlopen spel alle drie de laatste slagen wint. Het lijkt erop
dat deze voldongen verzaking geen correctie is, maar een (overdreven)
bevoordeling van de niet-overtredende partij.
Graag wil ik weten of deze beslissing van de
arbiter de enige juiste is, of dat er een andere mogelijkheid bestaat om meer
aan het “rechtsgevoel” te doen.
Antwoord:
De spelregels zijn zo gemaakt dat de WL niet bij iedere
situatie grondig moet gaan natrekken en een beslissing moet gaan nemen van wat
er gebeurd zou zijn als de overtreding niet gemaakt was. Dat wordt ondoenlijk.
Bij diverse overtredingen zijn er dan ook standaardoplossingen gegeven die in
zijn algemeenheid goed werken. In de gevallen die jij noemt zou de
niet-overtredende partij conform art 81c5 aan de arbiter kunnen vragen om de
rechtzetting niet te laten plaatsvinden. Als WL zal ik dat alleen in zeer
uitzonderlijke situaties doen. Bijvoorbeeld als de overtredende partij beginners
zijn. Maar aan zulke beginners zal ik na afloop van de speelavond aandacht gaan
besteden om hen uit te leggen hoe de spelregels werken en dat dit 1 keer zo
opgelost is maar in het vervolg niet meer.