NBB District Delft
|
♠ - ♥ - ♦ B 8 3 ♣ 6 |
|
♠ - ♥ - ♦ - ♣ - |
|
♥ - ♦ 4 2 ♣ - |
|
♠ - ♥ - ♦ - Leider in 3SA. ♣ - |
|
Probleemstelling:
Zuid speelt 3SA en is met ♥V
in de 9-de slag in dummy Noord aan slag gekomen. Nu zegt de leider speel
♦ 6, waarop Oost snel ♦
2 bijspeelt.
Dummy heeft nog geen kaart voorgespeeld omdat ♦6
niet in dummy ligt. Nu zegt Zuid dat hij
♣ 6 bedoelde.
Wat moet de geroepen WL doen ?
Antwoord:
♦ 6 ligt niet in dummy.
Artikel 46 gaat over het onvolledig of foutief noemen van een kaart in de dummy.
In art 46 B4 staat :
?Als de leider een kaart noemt die niet in de blinde aanwezig is, is de
aanduiding ongeldig en mag de leider elke reglementaire kaart kiezen. ?
Dus de leider moet nu een kaart noemen die wel in de dummy aanwezig is en
hij wil blijkbaar ♣6
voorspelen.
Iedereen ziet de kaarten van de dummy en Oost had ook kunnen weten dat er geen
♦6 in dummy lag.
De getoonde kaart van Oost (♦2) wordt dan ook
een strafkaart en wel een grote strafkaart (zie art 49 en 50B).