NBB District Delft
Parenwedstrijd club.
Deler: Oost |
♠ 9 8 |
|
♠ B T 7 5 3 2 |
|
♠ A H 6 4 |
|
♠ V |
|
biedverloop |
Toelichting |
|||
west |
noord |
oost |
zuid |
|
|
|
1♣ |
(s) 2SA *) |
*) = gealerteerd,
(S)=Stop |
pas |
3♦ |
pas |
(s) 5♦ |
|
pas |
pas |
? X |
pas |
? = gevraagd wat
2SA betekende
à
antwoord Sch/HA |
pas |
pas |
|
|
|
Probleemstelling:
Uitkomst is ♠A. De Oostspeler heeft voor doublet (X) op 5♦
aan de Noordspeler gevraagd wat het 2SA- bod van de Zuidspeler beloofde.
Antwoord was minstens 5-kaart ♠ en een 5-kaart ♥.
De wedstrijdleider neemt Oost-speler apart en deze zegt dat hij niet zou
dubbelen als hij wist dat het 2SA-bod van Zuid eigenlijk minstens 5 kaart
♦ en een 5-kaart ♥
aangaf en dus mogelijk dat Zuid een singleton of renonce in schoppen kon hebben.
De wedstrijdleider laat doorspelen en zegt na afloop te zullen beslissen. 5♦X
gaat één down.
Wat moet de wedstrijdleider beslissen ?
Antwoord:
Als de NZ-spelers verschillende opvattingen hebben over het 2SA-bod dan moet
het gegeven uitleg over het 2SA-bod beschouwd worden als verkeerde informatie
(zie artikel 21B1(b)).
Eventuele nadeel voor OW (NIET-overtreders) moet dan weggehaald worden
(art21B3). In dit geval hebben OW door het doublet juist voordeel en dus laten
wij het tafelresultaat staan en de score op dit spel wordt dan 5♦X
-1.